- levendig
- {{levendig}}{{/term}}1 [druk] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 lively; 〈bijwoord〉 in a lively way2 [vol leven] lively ⇒ vivacious3 [duidelijk] vivid ⇒ clear4 [vurig] vivid ⇒ spirited♦voorbeelden:1 een levendige handel • a brisk trade〈geldwezen〉 stemming levendig • the market was/is lively2 een druk en levendig gesprek • a lively conversationeen erg levendig kind • a very lively/active childlevendige ogen • lively/expressive eyeslevendig van aard zijn • have a vivacious nature3 levendige herinneringen • vivid memoriesik kan mij die dag nog levendig herinneren • I remember that day clearlydat kan ik mij levendig voorstellen • I can well imagine that4 een levend(ig)e belangstelling voor iets aan de dag leggen • take a keen interest in somethingover een levendige fantasie beschikken • have a vivid imagination
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels. 2015.